Herken je dat? Wachten tot het laatste moment met die deadline en eindeloos op het internet rondhangen om maar niet aan je werk te hoeven beginnen: uitstellen, tja.. dat is iets wat bij veel mensen voorkomt. Toch zijn onze beweegredenen anders. Er zijn namelijk drie types én oplossingen om toch in actie te komen.
Lees je dit artikel terwijl je eigenlijk aan die belangrijke taak moet werken? Of ben je al uren het nieuws op het AD aan het checken terwijl je werknemer wacht op een rapport? Wees gerust: je bent niet de enige uitsteller van werkend Nederland.
Zelfs degenen die hun baan geweldig vinden, hebben weleens taken die ze liever uitstellen. Er zijn heel veel oplossingen, maar niet elke oplossing past bij ieder type.
Herken je deze zin? ‘Ik werk het beste onder druk.’
Het eindeloos uitstellen van werk, om het vervolgens op het allerlaatste moment te doen, dat is de stressjunk ten voeten uit. Onder druk begint deze persoon pas te werken, waarbij hij de deadline soms nét niet haalt of slordig werk inlevert. Zolang deze persoon de deadline niet in zijn nek voelt hijgen, komt er niets uit zijn handen. Lang leve het internet (of het magische mobieltje, waar we alles op kunnen checken).
Maar hoe krijg je nou zo’n persoon in beweging? Ze willen geen systematisch werk. Vraag bijvoorbeeld aan een deadlinejunk om over twee weken een rapport in te leveren en ze beginnen twee dagen van tevoren. Want ze hebben toch nog genoeg tijd tot de deadline.
Al lopen dit soort mensen wel tegen een aantal dingen aan, betaal je te laat een factuur dan krijg je een aanmaning. Moest je een visum aanvragen en deed je dat op het aller laatste moment? Dan kan dat je vakantie kosten. Als je je btw-aangifte niet op tijd regelt dan krijg je een fikse boete. Daarop hameren in werkgerelateerde situaties kan helpen om hem/haar werk iets eerder af te laten krijgen.
Herken je ook deze zin: ‘Het heeft gewoon wat meer tijd nodig.’
De zelfsaboteur blijft werk vooral uitstellen uit angst. Hij overlaadt zich met taken die snel en gemakkelijk te doen zijn, zolang die maar niet aan het grote project hoeft te beginnen.
Zolang er namelijk niets ligt, kunnen mensen hier ook geen kritiek op leveren. Dit zie je vaak bij schrijvers en zzp’ers. Het eeuwige idee van een debuut-roman die maar op de plank blijft liggen, de freelancer die eindeloos bezig is met de website en visitekaartjes. Allemaal uit angst voor wat anderen ervan vinden.
De sleutel tot dit probleem: knip bepaalde taken in kleine stukken. Vaak zijn hun dromen zo levensgroot, dat die hen boven het hoofd stijgen. Wil je een boek schrijven? Deel het dan in per hoofdstuk. Beginnen met freelancen? Zorg ervoor dat je per dag een plan maakt in plaats van de grote droom te willen realiseren. Op deze manier kom je vanzelf in beweging.
Herken je aan: ‘De helft van de problemen lost zichzelf wel weer op.’
Relativeren is de tweede naam van de idealist. “Ach joh, dat komt wel goed”, hoor je hem regelmatig zeggen. Daarmee worden plannen eindeloos op de lange baan geschoven. Een scriptie? Dat kan wachten. En dat rapport voor de baas ook.
De idealist wordt vooral gekenmerkt door optimisme, zonder oog voor detail. Als ze het probleem eenmaal onder ogen zien, blijkt het vaak tóch iets meer werk dan verwacht.
De idealist heeft dan ook een flinke stok achter de deur nodig om hem er af en toe aan te herinneren dat hij verantwoordelijkheden heeft.
Weet je van jezelf dat je een idealist bent? Zorg er dan voor dat iemand je helpt. Zoals een boekhouder die je mailt dat je belastingaangifte moet doen of een collega die informeert naar de vorderingen van je werk. Dit zijn dus dingen die je op tijd moet regelen. Wanneer je dit onder controle hebt krijg je veel meer rust!
bron: nu.nl
13 februari 2020
Blog
No Comments